De cyclothyme stoornis wordt gezien als een mildere vorm van de bipolaire stoornis. De stoornis wordt gekenmerkt door veel hypomane periodes en talrijke episodes met licht depressieve symptomen, die over het algemeen slechts een paar dagen aanhouden en vrij vaak en met onregelmatige tussenpozen terugkeren, gedurende tenminste twee jaar. De symptomen zijn hierbij minder ernstig dan bij mensen die manische, gemengde of depressieve episodes doormaken. Tussen twee episodes functioneren mensen met een cyclothyme stoornis normaal. Deze periodes zijn vaak echter maar van korte duur.
Mensen die aan een cyclothyme stoornis lijden ervaren dikwijls sociale en relationele problemen. Ook beroepsmatig kan de stoornis van invloed zijn. Aan de ene kant kan deze iemands succes bevorderen tijdens het zakendoen, in leiderschap, als er prestaties geleverd moeten worden of verhoogt hij de artistieke creativiteit van de persoon in kwestie. Maar aan de andere kant kan de stoornis ook onregelmatige werk- of schoolprestaties, veelvuldige verhuizingen, herhaaldelijk verbroken relaties/echtscheidingen of alcohol- en drugsmisbruik tot gevolg hebben.
De cyclothyme stoornis komt even veel onder mannen als onder vrouwen voor. Naast deze stoornis is nog weleens sprake van stoornissen die gerelateerd zijn aan het misbruiken van middelen en slaapstoornissen waarbij iemand moeite heeft in slaap te vallen en door te slapen.
De stoornis blijft dikwijls onbehandeld omdat de personen die eraan lijden geen medische hulp zoeken.
Verloop cyclothyme stoornis
De cyclothyme stoornis kondigt zich vaak al vroeg in iemands leven aan, tijdens de adolescentie of jonge volwassenheid, en wordt soms beschouwd als teken dat die persoon aanleg heeft voor het ontwikkelen van andere stemmingsstoornissen, in het bijzonder bipolaire stoornissen. Begint de stoornis echter op latere leeftijd dan kan dat duiden op een stemmingsstoornis, met als oorzaak een somatische aandoening zoals multipele sclerose.
De cyclothyme stoornis heeft over het algemeen een chronisch verloop waarbij er een kans tussen de 15 – 50% is dat de persoon in kwestie vervolgens een bipolaire I of II stoornis ontwikkelt.
Erfelijkheid
Een depressie en bipolaire I of II stoornissen komen frequenter voor onder kinderen van ouders met een cyclothyme stoornis. Verder kan er bij deze kinderen een verhoogd risico bestaan op stoornissen die gerelateerd zijn aan middelenmisbruik. Als laatste wordt de cyclothyme stoornis vaker waargenomen onder kinderen van ouders met een bipolaire I stoornis.
Kenmerken van de cyclothyme stoornis
- Een chronische, tenminste twee jaar durende (bij kinderen en adolescenten tenminste één jaar), fluctuerende verstoring van de stemming met talrijke periodes van hypomane symptomen en veel periodes met depressieve symptomen. De hypomane en depressieve symptomen zijn daarbij onvoldoende in aantal, ernst, overheersende aanwezigheid of duur om aan de criteria voor een manische of depressieve episode te voldoen. Het is echter niet noodzakelijk dat één van de periodes met hypomane symptomen aan de duur of symptoomdrempel van een hypomane episode voldoet.
- Gedurende de tweejarige periode (één jaar bij kinderen of adolescenten) mogen de symptoomvrije intervallen niet langer dan twee maanden duren
- De tweejarige periode van cyclothyme symptomen is vrij van depressieve, manische en gemengde episodes. Na de eerste twee jaar van de cyclothyme stoornis (bij kinderen en adolescenten één jaar) kan daarbij een manische of gemengde episode voorkomen. In dat geval zal zowel de diagnose cyclothyme als bipolaire I stoornis gesteld worden. In geval er depressieve episodes bij komen bestaan de diagnoses uit cyclothyme en bipolaire II stoornis.
- Het patroon van stemmingsschommelingen mag niet toe te schrijven zijn aan een schizo-affectieve stoornis of voorkomen naast een psychotische stoornis zoals schizofrenie, schizofreniforme stoornis, waanstoornis of psychotische stoornis niet anders omschreven. In dat geval worden de stemmingssymptomen beschouwd als behorende bij de psychotische stoornis.
- De verstoring van de stemming is niet te wijten aan de directe fysiologische effecten van een middel (zoals drugs of een geneesmiddel) of van een somatische aandoening (zoals hyperthyreoïdie)
- Hoewel sommige mensen nog goed kunnen blijven functioneren gedurende sommige hypomane periodes moet er over het geheel sprake zijn van klinisch significant lijden of beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen ten gevolge van de verstoorde stemming. De beperking kan ontstaan als gevolg van langdurige periodes van cyclische, vaak onvoorspelbare stemmingswisselingen. Hierdoor wordt de persoon in kwestie bijvoorbeeld als temperamentvol, humeurig, onvoorspelbaar, inconsequent of onbetrouwbaar beschouwd.