Als de depressieve verschijnselen twee weken of langer aanhouden en het dagelijks functioneren belemmeren dan is het belangrijk professionele hulp te zoeken. De huisarts kan beoordelen of er daadwerkelijk sprake is van een depressie en zal daarnaast de ernst van de klachten inschatten. In onderling overleg wordt bekeken óf er een behandeling zal worden ingezet en welke behandeling het meest geschikt is. Is iemand nog redelijk in staat te functioneren en bestaan de klachten nog geen drie maanden dan zal naar alle waarschijnlijkheid nog niet direct de diagnose depressieve stemmingsstoornis worden gesteld. De klachten wijzen mogelijk wel in de richting van een depressieve stoornis maar psychotherapie of antidepressiva zijn in dit stadium nog niet aan de orde.
De diagnose is namelijk geen momentopname maar bestaat uit een traject waarvan watchful waiting en stepped care onderdeel uitmaken. De huisarts dient daarbij een periode van enkele weken van ‘watchful waiting’ in acht te nemen waarbij er zorgvuldig gemonitord zal gaan worden. Men wordt daarbij minimaal eens in de twee weken uitgenodigd om op het spreekuur te verschijnen. Op de eerste afspraak zal informatie over depressie gegeven worden plus een aantal tips om de situatie mogelijk wat te verbeteren. Mensen met licht depressieve klachten knappen vaak al op in de periode dat ze op de wachtlijst staan.
Nemen de klachten echter niet af of zijn deze tijdens het eerste consult zo ernstig dat het onverantwoord is de situatie enkele weken aan te kijken dan zal de diagnose ‘depressie’ gesteld worden en zal in overleg met de huisarts een behandeling worden gestart.
Daarbij is het van belang een juiste diagnose te stellen zodat er een passende behandeling ingezet kan worden. In sommige gevallen schakelt de huisarts een deskundige in om te beoordelen of zijn diagnose de juiste is. Deze kan aan de hand van psychologische testen gesteld worden. Daarnaast zal naar eventuele lichamelijke klachten geïnformeerd worden aangezien deze de aanleiding voor een depressie kunnen vormen. Met behulp van een lichamelijk onderzoek, aangevuld met laboratoriumonderzoek en eventueel ander onderzoek zal de cliënt verder onderzocht worden om eventuele lichamelijke oorzaken aan het licht te brengen. Is er sprake van een lichamelijke ziekte die de oorzaak van de depressieve stoornis vormt dan kan deze reversibel zijn en waarschijnlijk opklaren na behandeling van de klachten. Dit is over het algemeen niet het geval bij hersenaandoeningen, die onomkeerbaar zijn.