In 60% van de gevallen gaat depressie gepaard met andere psychische stoornissen maar de combinatie met lichamelijke aandoeningen komt ook zeer regelmatig voor.
Een depressieve stoornis komt vaak voor met de volgende psychische bijkomende aandoeningen:
- Anorexia Nervosa
- Dwangstoornissen
- Burn-out en chronische vermoeidheid
- Borderline persoonlijkheidsstoornis
- Dysthymie
Een veelgeziene combinatie met depressie omdat deze waarschijnlijk in elkaars verlengde liggen. - Angststoornissen
Vrijwel alle depressieve mensen hebben ook last van angst. Dit kan zich uiten in bijvoorbeeld paniek, algemene angst of een sociale fobie. - Psychosen
Waarbij het soms moeilijk te bepalen is of er sprake is van een zuivere psychose of een psychotische depressie. Van een schizoaffectieve stoornis wordt gesproken als niet goed duidelijk is of psychotische symptomen uitingen van een stemmingsstoornis of schizofrenie zijn. - Mensen met ADHD en NLD hebben een verhoogde kans op depressieve klachten
- Rouwreactie
Van een depressie is geen sprake indien een rouwreactie vergezeld gaat van depressieve klachten. Rouwen is normaal en zelfs ‘gezond’ en onmisbaar na het overlijden van een geliefd persoon om het verlies te kunnen verwerken. Dit doet iedereen op zijn eigen manier. Een rouwproces duurt gemiddeld 6 – 12 maanden maar kan ook langer duren, waarbij de beleving van rouw en de lengte per cultuur aanzienlijk verschilt. Ingeval een rouwproces gecompliceerd gaat verlopen wordt gesproken van pathologische rouw. In de meeste gevallen is de rouwreactie ontaard in een depressie, afhankelijk van de ernst, duur en het verloop van de klachten. In sommige gevallen beginnen de problemen met een depressie zonder rouw waarbij de gevoelens omtrent de overledene worden verdrongen. Met behulp van rouwtherapie wordt het rouwen op gang gebracht waarbij alle aspecten rond en na het overlijden met de therapeut worden doorgenomen. - Het problematisch gebruik van verslavende middelen gaat ook vaak samen met depressie, soms als oorzaak en soms als gevolg (zie ‘Alcohol en depressie‘). In eerste instantie geven deze middelen een stemmingsverbetering maar deze wordt na enige tijd gevolgd door een sombere stemming waarop ze opnieuw worden gebruikt om de stemming te verbeteren. Hiermee is de vicieuze cirkel die het verslavingsgedrag in stand houdt rond.
Lichamelijke ziektes
Dikwijls is er een verband tussen depressie en lichamelijke ziektes, in sommige gevallen is de depressieve stoornis een symptoom van de aandoening en wordt deze dus veroorzaakt door een lichamelijke stoornis.
Dit is het geval bij ziektes die stoffen in de hersenen beïnvloeden zoals bijvoorbeeld kanker, lupus, neurologische aandoeningen (beroerte, multipele sclerose en de ziekte van Parkinson), hormonale aandoeningen (van bijnier, schildklier), infecties (ziekte van Pfeiffer), stoornissen in de stofwisseling en voedingstekorten.
Dit soort stemmingsstoornissen met lichamelijke oorzaken zijn heel moeilijk te onderscheiden van die zonder organische oorsprong, zeker indien iemand waarbij de depressieve perioden regelmatig terugkeren daarbij een lichamelijke ziekte krijgt.
In geval van chronische lichamelijke ziektes kan depressie deels een psychologische reactie op de consequenties van de ziekte zijn maar het verband kan ook indirect zijn. Zo is bijvoorbeeld bekend dat depressieve mensen meer roken, wat hun hogere kans op longkanker verklaart.
Als laatste kan depressie de opmaat voor een lichamelijke ziekte zijn aangezien de stoornis naar verhouding vaak voorafgaat aan hart- en vaatziekten.