Uit onderzoek van het Nederlands Herseninstituut blijkt dat slapeloosheid, één van de meest voorkomende gezondheidsproblemen, de belangrijkste voorspeller voor het ontwikkelen van een depressie is. Ook kunnen slaapproblemen bijdragen aan een slechter beloop van deze stoornis.
Tijdens dit onderzoek werden hersenscans gemaakt van mensen die gevraagd werden hun meest schaamtevolle herinneringen van vroeger op te halen. Daaruit kwam naar voren dat deze herinneringen bij goede slapers een andere plek in de hersenen hadden gekregen. Bij hen vertoonden de emotionele hersencircuits, die bij nieuwe gênante blunders geactiveerd worden, geen activiteit. Bij slechte slapers blijven deze circuits echter actief waardoor zij door oude vervelende herinneringen achtervolgd blijven worden. Deze herinneringen lijken zich voor hen in het heden in plaats van jaren geleden af te spelen.
Goed slapen zorgt er enerzijds voor dat belangrijke gebeurtenissen onthouden worden terwijl daarnaast de eventuele emoties, stress en spanningen die daarmee gepaard gaan verwerkt en vergeten worden. Gedurende de slaap veranderen de verbindingen tussen hersencellen. Sterkere verbindingen zorgen ervoor dat dingen onthouden kunnen worden terwijl de zwakkere spanningen laten wegebben. Mensen die slecht slapen raken deze spanning niet goed kwijt waardoor rusteloze nachten zelfs een averechts effect op hun gemoedstoestand kunnen hebben.
Ook uit ander onderzoek komt naar voren dat slaapproblemen (te vroeg wakker worden, niet in slaap kunnen komen/blijven of moeite hebben weer in slaap te vallen) geen symptoom maar de oorzaak van depressie zijn. Om goed te kunnen functioneren is voldoende slaap nodig. Door te veel of te weinig slapen of een slechte slaapkwaliteit kan het normale slaapritme verstoord raken.
Hoewel slapeloosheid een belangrijke risicofactor voor depressie is, ontwikkelt niet iedere slechte slaper een depressieve stoornis. Mensen met een depressie of die een depressie achter de rug hebben kunnen in een vicieuze cirkel belanden. Ze slapen slechter waardoor zij meer last van hun klachten ervaren, wat tot minder slaap leidt. De kans op terugval is ook groter als de slapeloosheid na het opklaren van de depressie blijft bestaan. De combinatie van depressie en slaapproblemen leidt tot langer ziekteverzuim en slechter functioneren op het werk. Mensen zonder depressie kunnen mogelijk beter omgaan met de gevolgen van slaapgebrek. Cognitieve gedragstherapie kan ondersteuning bieden om beter te leren slapen waardoor depressies mogelijk voorkomen kunnen worden.